De Cochin is een rijkbevederd kippenras dat veel donsontwikkeling heeft. De Cochin lijkt mede door deze rijke bevedering dan hij in werkelijkheid is. De houding van de Cochin neigt iets naar voren waarbij de kop niet hoger is dat de staart.
Cochins hebben een kleine roodgekleurde kam. De kam kent maar een rij en 5 kampunten. De kop is vrij breed met rood-bruine ogen. Deze ogen lijken iets lager te liggen dan daadwerkelijk door de wenkbrauwen boven de ogen. De oorlellen zijn vrij lang. De gele kegelvormige snavel loopt vanuit een stevige basis mooi over in een punt.
De volle hals is iets naar achteren gebogen en rijkbevederd. Karakteristiek zijn verder nog de relatief kleine en strak opgetrokken vleugel bij zowel de haan als bij de hen. Het einde van deze vleugel loopt schuil onder de zadelbevedering. De eigenlijke staart is vrij kort en bol, De staartstuurveren en sikkelveren zijn overvloedig aanwezig en mooi gebogen. De borst van de Cochin wordt altijd met een neiging naar voren gedragen.
De poten van de Cochin zijn geel net zoals de loopbenen. Beide bevatten ook rijke bevedering . Gierhakken waarbij veren naar beneden toe aan de dijen groeien is bij dit ras niet toegestaan. Dit is vaak een gevolg van ongewenste kruising.